
Zelf-expressie
in het onderwijs
Herwaardering van het 'Zijn'
“Wat is een mens met de kennis van een auto en zijn mechaniek, van de besturingswijze en de aerodynamica, als hij niet weet hoe aan brandstof te geraken?”
“Wat is een kind met muzische vorming, als hij/zij niet in staat wordt gesteld te putten uit de eigen inspiratiebron?”
Een gezond kind spreekt duizend talen; danst en zingt van nature en gebruikt gebaren en gezichtsuitdrukkingen, naast directe emoties om zich te uitten.
Het unieke ‘zijn’ van elk kind herbergt een schat aan informatie, ervaringen, overtuigingen en mogelijkheden die vraagt om ontwikkeld te worden.
De muzische vorming in het basisonderwijs, gebaseerd op het behalen van leerdoelen, mist deze dimensie van "Zijn" voor het individuele kind.
Vanuit de academische kunstrichtingen werd een analyse gemaakt van geschikte oefeningen, technische kennis, materialenleer, basisvaardigheden, … en zo zijn de leerdoelen/eindtermen bepaald. De leerkrachten moeten dus doelgericht hun lessen muzische vorming indelen, conform de leerdoelen. Maar dat is in strijd met de aard van 'de muze' zelf. Het kunstzinnige of muzische gaat in eerste instantie niet over resultaat, maar over 'ont-wikkelen' wat al in het kind aanwezig is.
Door het resultaat voorop te zetten wordt het kind vanalles aangereikt om opnieuw in de nabootsing te gaan van wat er zich buiten hen afspeelt. Daar waar ‘creatieve mensen’ en ‘kunstenaars’ zich onderscheiden door hun UNIEK-zijn, voeden wij de kinderen hoofdzakelijk op om na te bootsen.
De kunstzinnige ontwikkeling van onze kinderen is al jaren in gevaar, en de huidige consumptie-beeldcultuur van streamingdiensten, de overheersing van beeldschermen en het 'ik-kan-alles-vinden-op-het-internet'-houding stimuleren de consumptie nog meer…
Het muzische in het basisonderwijs zou dan ook resoluut de andere kant mogen kiezen, om een stukje van het al lang verstoorde evenwicht te herstellen. Laat ons op zoek gaan naar een evenwicht tussen ‘vormen’ en ‘ontwikkelen’, tussen begrijpen en mogen voelen, tussen presteren en afstemmen, zodat nieuwe uiterlijke vaardigheden kunnen ontstaan vanuit de eigen innerlijke bezieling.
Naast muzische vorming is er in het basisonderwijs een grote nood aan muzische ontwikkeling. Daarom pleit ik als ervarings-deskundige op het muzisch-kunstzinnig terrein voor een andere aanpak. Eén die meer ruimte laat voor inspireren, ontwikkelen en experimenteren.
Wanneer we op zoek gaan naar de essentie van de kunsten, kunnen we niet anders dan het woord ‘kunstenaar’ vervangen door ‘mens’.
De muze maakt immers gebruik van de voornaamste basisvermogens van de mens:
verbeelden – bewegen – verklanken. En elke min of meer gezonde mens beschikt al van bij de geboorte over deze vermogens.
Bovendien kan iedereen vaststellen dat een kind al kan bewegen voor het kan lopen, al kan fantaseren voor het TV kan kijken en kan geluiden maken voor het kan spreken.
De muze drukt zich het makkelijkst uit via deze basisvermogens. En elke mens is in principe in staat zich te ontwikkelen tot ‘kunstenaar’.